De verlengde lockdown treft kledingwinkels hard. Niet alleen maken ze nu geen omzet, ze zitten ook met voorraden die nu onverkoopbaar zijn. Zo heeft winkelier Bart De Groot 500.000 euro aan kleren over voor zijn vijf modezaken in Amsterdam. En hij is niet de enige. Kleding is een seizoensartikel. Dat betekent dat de wintercollectie die winkeliers hebben moeten inkopen door deze lockdown moet worden afgeschreven.
Inmiddels staat de winkeliers het water tot de lippen. Er is nog geen zicht op het einde van de lockdown. En evenmin is er zicht op een tegemoetkoming in de schade. Dat betekent dat veel winkeliers nu in de problemen komen.
Jacco Vonhof, voorzitter MKB-Nederland: “Het steunpakket moet beter: onder meer de drempel voor de regelingen omlaag, het plafond van de TVL en de voorraadvergoeding voor winkeliers flink omhoog. Er moet iets gebeuren om het eigen vermogen van ondernemers te stutten, om starters te helpen en zelfstandig ondernemers in de TOZO beter te steunen en zo hebben we meer punten op ons lijstje. De gesprekken zijn nog volop aan de gang.”
Voor Bart De Groot kan dit niet snel genoeg gaan. “Door de snelle verspreiding van het virus zullen we voorlopig voorzichtig moeten zijn. Verkopen via de achterdeur zie ik dus niet zitten. Maar daar hoort wel een goede compensatie bij. En dat mag niet te lang meer duren.”