De komende jaren zal de stadslogistiek meer en meer in het teken staan van energieneutraal vervoer. Om die logistieke ketens goed op elkaar af te stemmen is Amsterdam druk bezig met de planning van verschillende stadshubs. Ook de bouw ontkomt niet aan de steeds striktere eisen. Zeker als de stad na de coronacrisis naar verwachting nog twee keer zo druk wordt. Van Keulen hout- en bouwmaterialen wil daarvoor de komende jaren zijn crossdockfunctie verder uitbouwen. En transport over water is daarbij, vanaf het enorme terrein in Amsterdam-Noord, een serieuze optie.
Van Keulen is al ruim 110 jaar een begrip in Amsterdam en omstreken. Het bedrijf is onderdeel van Saint-Gobain Distribution Benelux. Met bijna dertig vrachtwagens die af en aan rijden speelt Van Keulen ook een belangrijke logistieke rol voor de bouwsector. Een grote GTL-tank, een samenwerkingsproject met Shell, siert het terrein. Voor een emissieloze toekomst is het uiteindelijk niet voldoende. Met louter elektrisch vervoer kom je er in de stad ook niet. En voordat waterstof definitief doorbreekt moet er nog veel water door het IJ stromen.
Elektrisch wegtransport
Nu het nog altijd de bedoeling is dat er vanaf 2025 geen dieselauto’s meer de stad in mogen, is Van Keulen hard bezig om het transport verder te verduurzamen. Een grote uitdaging is het elektrisch wegtransport, zegt Robbert Gosman, directeur sales & operations. De wagens zijn er wel, maar de combinatie met kranen die tot 28 meter hoogte kunnen lossen is op dit moment nog een brug te ver. ‘Daar is nog geen definitieve oplossing voor. Daarom kijken we met partners in hoeverre de verschillende partijen uit de bouwketen een vuist kunnen maken naar de gemeenten.’
Wat nodig is, is een gezond verdienmodel, zegt Gosman. En dat vereist een gelijk speelveld. Een belangrijk knelpunt is daarbij de handhaving. ‘Wij zijn met onze auto’s een hele grote partij in Amsterdam. Als mensen van buitenaf zomaar de stad in kunnen en wij doen hele dure investeringen, moet je iets met de prijs kunnen doen.’ En daar komt het vergunningenbeleid van de gemeente om de hoek kijken, zegt Gosman. ‘We willen een eerlijke concurrentiestrijd aan kunnen gaan en op dit moment is dat nog niet aan de orde.’
Vervoer over water
Met een toekomstige crossdock-functie via het water hoopt Van Keulen meerdere vliegen in één klap te slaan: je kunt met een dekschuit op plekken komen die via de weg niet of veel moeilijker bereikbaar zijn. Als crossdock heb je een belangrijke voorraadfunctie, waardoor je het aantal aan- en afvoerkilometers beperkt. Daarnaast kun je een belangrijke rol spelen in het vervoer voor derden én ondersteunend zijn bij het afvoeren van afval. ‘En zo heb je één aanspreekpunt, dat representeert, coördineert en de zaken afhandelt.’
Vervoer over water biedt daarbij extra voordelen, zegt Gosman. ‘Het mooie is: daarmee gaan we in feite terug naar de oorsprong, naar de dekschuiten zoals ze ook ruim honderd jaar geleden al door de grachten voeren. Vervoer over water zal nooit de enige oplossing zijn. maar het kan belangrijke voordelen bieden, zoals reductie van het transport en daarmee van CO2- en fijnstof-uitstoot.’ Dat zorgt volgens Gosman tevens voor meer rust op de bouwplaats én voor omwonenden. ‘Én je beperkt de faalkosten: de nadruk komt te liggen op vooraf plannen en niet al te ad hoc.’
Hotel Geldersekade
Een pilotproject met de renovatie en nieuwbouw van een hotel op de Geldersekade bleek voor Van Keulen een stoomcursus ‘vervoer over water’. Al pionierend deed het – samen met zijn partners – een schat aan waardevolle ervaring op. Na de nodige aanpassingen in de planning werd deze ‘bouwlogistieke uitdaging’ tot een goed einde gebracht. Eens te meer bleek hoe specifiek de bouwsector is: alleen al het berekenen van de hoeveelheid goederen aan de hand van het aantal pallets is onbegonnen werk, met de wirwar aan materialen en formaten.
Om dergelijke projecten ook in de toekomst mogelijk te maken wil Van Keulen dolgraag een laad- en loskade van 270 meter aanleggen. Een belangrijk obstakel is het stuk grond aan het begin van het terrein, dat van de gemeente is. Ook hier hoopt Gosman uiteindelijk de gemeente aan zijn zijde te vinden. Voor de benodigde vergunningen, maar ook voor een gezonde bedrijfsvoering. ‘Dat is een kip-ei-verhaal: er zijn projecten nodig om te kunnen investeren en je moet investeren om nieuwe projecten te kunnen oppakken. En dat kunnen wij niet alleen, daarvoor is de hulp van de gemeente nodig.’
