Met de herinvoering van de reclamebelasting per 1 januari 2022 wil de gemeente Amsterdam de reclame in de openbare ruimte terugdringen. Ondernemer Ilco van Buuren van winkel Olivaria heeft ernstige bedenkingen, die hij al aankaartte bij de gemeenteraad, Amsterdam City en MKB-Amsterdam. ‘Ik zie er nog weinig over, maar ik hoop dat het lukt om meer mensen te mobiliseren.’
Vorig jaar werd de invoering van de belasting nog uitgesteld in verband met de coronacrisis, mede op initiatief van MKB-Amsterdam. Met de verlate invoering vreest Van Buuren ingewikkelde en tegenstrijdige regelgeving. Maar wat hem vooral steekt is dat het huidige college van B en W ondernemers lijkt te beschouwen als ‘kleine kapitalisten’. ‘Ze gooien er nog maar eens een maatregel bovenop. Intussen neemt de leegstand alleen maar toe en verdwijnen kleine winkeltjes. Daar komen alleen internationale, grotere bedrijven voor in de plaats, als je niet oppast. Het is raar dat die reclamebelasting juist nu weer komt.’
Kleine aanprijzende tekstjes
Van Buuren begreep inmiddels dat de gemeente denkt jaarlijks zo’n €10 miljoen op te halen met de reclametaks. ‘Als dát het argument is, dan heb ik principiële bezwaren tegen dit gedoe. In mijn etalage gaat het om het aanprijzen van onbekende producten met kleine tekstjes. En om straks te kunnen handhaven gaan ze nu al met screenauto’s de etalages langs, als een soort parkeerbeheer. Dan begint het rekenen, waarbij kennelijk alles wordt meegenomen – ook hele mooie reclameborden. Ik heb de pest in als ik zomaar opeens moet betalen; ik heb al genoeg te lijden van de gemeentebelastingen.’
Dat de reclamebelasting een jaar werd opgeschort vanwege de coronacrisis vond Van Buuren niet meer dan terecht. ‘Maar corona is er nog steeds. En hoewel ik het zelf nog best kan uithouden omdat ik een essentiële winkel heb, zijn er heel veel ondernemers met flinke inkomstenderving. Zij moeten op een gegeven moment al belasting terugbetalen en dan komt de gemeente er ook nog eens overheen met deze reclamebelasting. Het is niet altijd makkelijk om ondernemers te mobiliseren, maar ik hoop toch dat we samen een vuist kunnen maken. En de hulp van belangenclubs zou daarbij zeker welkom zijn.’
Niets te verwachten van college
Van Buuren probeerde de kwestie ook al middels een brief aan te kaarten bij de gemeenteraad. Antwoord kreeg hij tot nu toe niet, terwijl de toon van zijn brief uitsluitend constructief was. ‘Mijn boodschap was dat kleine ondernemers het al moeilijk genoeg hebben, maar ik heb er niets meer op gehoord. Ik overweeg zelfs om bij de gemeenteraadsverkiezingen mijn stemgedrag aan te passen, omdat je als lokale winkelier kennelijk niets te verwachten hebt van dit college. En dat vind ik echt jammer.’
Wonderlijk vindt Van Buuren het ook dat de gemeente waarschijnlijk al op grote schaal screenings-auto’s door de stad heeft laten rijden, op een moment dat de reclamebelasting niet aan de orde was. ‘Ondernemers moeten wel de kans krijgen om hun etalage aan te passen of een reclamebord weg te halen. Maar voor je het weet gaan ze op basis van oude screenings de belasting heffen. Reken maar dat er dan een golf van bezwaren op gang komt. Ik ben benieuwd waar de gemeente de capaciteit vandaan haalt om dat allemaal in goede banen te leiden. Ik sprak al een ambtenaar die de wanhoop nabij leek.’