Het Food Center Amsterdam maakt zich op voor een duurzame toekomst. Dertje Meijer, directeur coöperatie van het groothandelsterrein, hoopt over vijf jaar de forse opknapbeurt van het terrein te hebben afgerond. Dan moet ook het transport op een efficiënte, klimaatvriendelijke manier zijn georganiseerd.
Het groothandelsterrein hoopt in het kader van de Zero Emission Stadslogistiek bij te dragen aan uitstootvrij transport richting de binnenstad. Daarbij kijkt het ook naar de mogelijkheden van transport over water, zegt Meijer. ‘Het Food Center is primair gericht op stadsdistributie. Onze hub komt aan de waterzijde, zodat je daar iets mee kunt: een van de twee aangrenzende kanalen is nog een industriekanaal. Dat zou je zo kunnen benutten voor transport over water.’
Onderzoek van de HvA bracht duidelijk naar voren dat niet alle vrachtwagens even efficiënt de stad in en uit gaan. Door dat beter af te stemmen kun je een flinke efficiencyslag maken, georganiseerd vanuit een digitale ‘control tower’. En voor het last-minute-vervoer worden inmiddels al fietskoeriers ingezet, zegt Meijer. ‘Die zijn eigenlijk in veel delen van de stad veel sneller dan vrachtwagens.’
Logistieke component
Ook werkt het Food Center aan het collectief afvoeren van afval. ‘Daar zit een grote logistieke component aan. Door dat in één hand te leggen kun je van vijfduizend naar duizend vrachtwagenritten per jaar.’ En dat biedt ook mogelijkheden om goed te kijken wat je met die reststromen doet: AGF-afval is heel interessant voor voedselbanken, sinaasappelschillen kunnen worden gebruikt om zeep van te maken en ook koffiedik kan nog prima een tweede leven krijgen, zegt Meijer.
Er komt heel wat kijken bij de opslag én het transport van alle producten die op het terrein bij elkaar komen, zegt Meijer. Zo moeten versproducten op een andere temperatuur worden bewaard en vervoerd dan ‘droge waar’. ‘Dat maakt een collectieve warmte- en koude-opwekking zo interessant. Als je dat in samenhang doet, ben je collectief beter af: je hebt veel minder uitstoot en je draagt bij aan een schonere stad. Op termijn zou het prachtig zijn om met zo’n warmte-koude-installatie ook de koppeling te maken naar de woningbouw op het naastgelegen terrein.’
1.700 woningen
Eind dit jaar wordt gestart met de herstructurering van het terrein, over vijf jaar moet een geheel vernieuwd complex zijn verrezen. Vanwege het intensievere gebruik is een efficiëntere bebouwing noodzakelijk, zegt Meijer. De gebouwtjes die nog een uitvloeisel zijn van de voormalige insteekhavens moeten uiteindelijk plaatsmaken voor lintbebouwing. De Centrale Markthal uit 1934 krijgt een publieke functie, met onder meer een voedselbibliotheek. Op het zuidelijke stuk van het groothandelsterrein, waar nu de ingang aan de Jan van Galenstraat zit, moeten binnen een paar jaar 1.700 woningen verrijzen. Dan blijft voor de groothandelsmarkt zelf nog 18 van de huidige 25 hectare over.
Inmiddels kijken de betrokken partijen nauwgezet welke bedrijven terugkeren op het nieuwe Food Center. Van de huidige circa 70 ondernemers is op het kleinere groothandelsterrein nog plek voor zo’n 50. ‘Voor een deel is sprake van natuurlijk verloop, als er toch al geen volgende generatie is om het bedrijf over te nemen. Van andere partijen zullen we afscheid moeten nemen. We geven voorrang aan buikbedrijven, die zich puur richten op het bevoorraden van de stad. En op termijn is er plaats voor een aantal nieuwe partijen.’