Hoewel premier Rutte op 23 februari heeft aangekondigd dat de kapsalons vanaf 3 maart hun deuren weer mogen openen, is dat volgens veel kappers zeker nog niet direct een einde aan alle problemen. Volgens Alexander en Bianca Gravemaker, eigenaars van Alexander Hairstylers stevenen kappers door discrepantie in de berekening en toekenning van financiële coronasteun aan ondernemers straks alsnog af op faillissement.
Volgens Alexander Gravemaker begon alles al bij de eerste lockdown, tussen maart en mei 2020. In februari en maart van dat jaar had hij na een lange zoektocht op de krappe arbeidsmarkt twee medewerkers in dienst genomen om met zijn salon te kunnen voldoen aan de behoefte. Toen brak corona uit. Omdat de extra medewerkers in januari 2020 nog niet op de loonlijst stonden ontving Gravemaker voor hen geen looncompensatie in de NOW: een flinke tegenvaller dus, met in het achterhoofd de eerste boodschap van Rutte: ‘’Zoveel mogelijk banen behouden’’ en ‘’We doen het samen.’’
Een tweede probleem zit hem volgens Gravemaker in de omzetberekening; daarvan ontstaat een vertekend beeld door alle coronamaatregelen. Gravemaker: ‘’Door de verplichte anderhalvemeter-regel konden wij niet met zijn allen tegelijk op de werkvloer staan.’’ Door een creatieve ondernemersgeest én om het eventuele risico dat klanten bij de concurrent eerder terecht zouden kunnen, koos Gravemaker bewust voor extreem ruime openingstijden (zeven dagen per week, tot 21:00 uur) tijdens de 1e heropening, om zo de eerste druktepiek van klanten op te vangen.
Die goedbedoelde inzet zorgde logischerwijs voor een omzetpiek, met als gevolg de ontvangen NOW grotendeels te moeten terugbetalen. Mede daardoor hadden de ondernemers ook geen recht op TVL en Tozo. Daarbij wordt vergeten dat kappers in één keer veel afknippen en uitgroei wegkleuren, maar vervolgens minstens zes weken moeten wachten tot klanten weer terugkeren naar de salon. Die eerste piek is dus geen representatieve referentieperiode.
Omzetpiek en referentieperiode geeft vertekend beeld
Dat de gemiddelde omzet (met twee extra medewerkers) weinig is gedaald lijkt een meevaller, totdat dat effect blijkt te hebben op de financiële coronasteun. De omzet 2020 met twee extra medewerkers zou zonder een lockdown aanzienlijk hoger zijn geweest ten opzichte van 2019.
Voor Gravemaker betekende dat uiteindelijk een onrealistische berekening van NOW-steun, geen recht op TVL en de Tozo, maar wel met hogere doorlopende kosten ten opzichte van 2019. De ondernemer is dan ook ontstemd dat de bepaling van steungeld niet reëel is: ‘’De gerealiseerde omzetpiek in mei 2020 na de heropening geeft daarin een vertekend beeld. De aanstaande heropening vanaf 3 maart 2021 zal dezelfde problemen veroorzaken voor de ondernemers in onze branche.’’
Gravemaker voelt zich als ondernemer niet serieus genomen en waarschuwt dat naast hem vele vakgenoten in deze situatie zitten: ‘’Zonder overheidssteun op basis van meer realistische feiten en berekeningen zijn wij uiteindelijk genoodzaakt om de deuren te moeten sluiten met alle gevolgen van dien.’’
MKB-Amsterdam sluit zich aan bij de oproep van Gravemaker aan de Tweede Kamer om de voorwaarden voor het ontvangen van coronasteun te herzien en deze passender te maken voor ondernemers. Loopt u als ondernemer ook tegen deze situatie aan? Laat het ons dan weten!
