Amsterdam kan zich met recht dé marktstad van Nederland noemen. Maar het werden meer en meer de toeristen die de weg naar de Albert Cuypmarkt, Waterloopleinmarkt en Dappermarkt wisten te vinden. Al is ook daar het afgelopen jaar door de coronacrisis behoorlijk de klad in gekomen. De bekendste Amsterdamse markt is waarschijnlijk de Albert Cuyp. Maar zelfs als je in elke toeristische gids over Amsterdam staat, ontkom je niet aan de gevolgen van de coronacrisis. Daarom is het zo belangrijk om de markt ook in de toekomst crisisbestendig te houden, zegt Jeroen Püttmann, voorzitter van de Ondernemersvereniging Albert Cuyp.
Van oudsher is de Albert Cuypmarkt vooral een buurtmarkt, zegt Püttmann. ‘Door corona merkten we dat we niet meer die echte buurtfunctie hadden. Door de toename van het thuiswerken kreeg de markt in feite weer nieuw elan: ook tijdens kantooruren kwamen er meer mensen naar de markt, om wat boodschappen te doen en te lunchen. De vraag is nu: hoe krijgen we de toeristen terug én verbeteren we de mix met de buurtfunctie, bijvoorbeeld met meer streekproducten?’
Rij bij de groenteboer
Toeristen zullen altijd wel blijven komen, alleen al om de naam die de Albert Cuypmarkt in de loop der jaren heeft opgebouwd. De buurt, de Amsterdamse Pijp, is de afgelopen dertig jaar behoorlijk veranderd: meer tweeverdieners en daardoor minder mensen die overdag automatisch de markt bezoeken. Bovendien zijn er in de loop der jaren in de directe omgeving zeker zeven supermarkten bijgekomen, zegt Püttmann. ‘Vroeger stond er nog een rij bij de groenteboer. Dat is nu absoluut niet meer zo. Toch is de Pijp nog altijd één van de meest authentieke buurten van Amsterdam, dus er móeten voldoende kansen liggen.’
Plannen zijn er ook wel. Je moet wel de ondernemers aan kunnen trekken die echt iets toevoegen en die de juiste passie hebben, meent Püttmann. Daarvoor zijn er op dit moment simpelweg te veel knelpunten. ‘Kramen met goede kwaliteit voor een prima kwaliteit, die wil je uitbreiden. Maar dan loop je aan tegen parkeerproblemen. Om een marktkraam van twaalf meter te voorraden moet je veel meenemen, probeer die grote vrachtwagens maar eens in de buurt te parkeren. Daarnaast is de regelgeving behoorlijk verouderd. Je moet niet alles dichtreguleren, het is nu wel erg makkelijk om met een pannetje en een stekkertje aan de slag te gaan.’
Basisreglement
Dat komt de algehele kwaliteit niet ten goede, waarschuwt Püttmann. Een degelijk basisreglement zou dan ook niet misstaan. Dan moet de gemeente wel meewerken. ‘Die is verre van commercieel. Daardoor is een groot verschil ontstaan tussen gemeentelijke markten en private markten. Die laatste lopen veel beter. De gemeentelijke markten kunnen veel minder soepel meebewegen op de golven van de markt. In de huidige marktverordening zijn de reglementen voor alle markten gelijk, terwijl er juist behoefte is aan meer maatwerk per markt,’
De gemeente wil volgens Püttmann dat elke marktmeester op elke markt aan de slag kan, zodat er beter geschoven kan worden met mensen. ‘Dat maakt het voor de ambtenaren eenvoudiger. Iedereen in de Stopera lijkt er zijn plasje over te moeten doen. Het ontbreekt aan commerciële voelsprieten – en er lijkt een te grote angst om afgerekend te worden op fouten. Een nieuwe marktverordening is er na al die jaren nog steeds niet. Het zou goed zijn als meer mensen uit het bedrijfsleven toetreden tot het Marktbureau. Die begrijpen de marktondernemer beter dan mensen die vooral achter hun bureau zitten.’
Pappen en nathouden
De intentie is er wel degelijk, ook in de politiek. Het ontbreekt volgens Püttmann aan de échte kennis van wat er speelt. ‘We lijken continu in een strijd verwikkeld, terwijl we zouden moeten samenwerken. We hebben zelfs al eens het vertrouwen opgezegd in de gemeente. Het is goed dat er dán wel iets gebeurt, maar het lijkt te veel pappen en nathouden. We mochten onlangs onze plannen presenteren, die moet je dan vervolgens formeel als punten indienen in de inspraak, bij de raadscommissie.’
Terwijl de urgentie júist in coronatijd zo hoog is. De markt is bij uitstek een laagdrempelige plek voor ondernemers die er tijdens de coronacrisis tijdelijk de brui aan gaven en nu met hun overstock weer een doorstart willen maken, benadrukt Püttmann. Daarom wordt gekeken naar online mogelijkheden om producten van de markt ook buiten de markttijden te kunnen ophalen en bezorgen. En voor de non-food zijn de Biz-zen bezig de verzendkosten te drukken, door een lokale pakkettendienst in te schakelen. ‘Zo kunnen we elkaar ondersteunen. De politiek lijkt wakker, dus daar zitten we weer mee aan tafel. Ook zij denken nu mee over hoe het proces verder moet lopen.’